Wat in de maatschappij gewoon is, is dat voor de overheid nog niet

Ruim 90 procent van alle Nederlanders is dagelijks online. Ruim 80 procent gebruikt dagelijks een mobiel “device” om zaken te doen. Geen wonder dus, dat de ambitie van het huidige kabinet op dat punt helder is: over twee jaar moet iedereen die dat wil, via de digitale weg kunnen communiceren met de overheid.  Over vergunningen, om informatie te verkrijgen, om een rijbewijs te verlengen……..
Maar wat in de maatschappij gewoon is, is dat voor de overheid niet. We zijn nog lang niet zover. Het afgelopen jaar ben ik bezig geweest om eerst wat orde te scheppen in de wijze waarop de overheid met de uitdagingen van het digitale tijdperk omgaat. In opdracht van het kabinet, in goed overleg met alle bestuurslagen, departementen, en uitvoeringsorganisaties, hebben we de financiën redelijk op orde gekregen, een gezamenlijk programma opgesteld en afspraken gemaakt over de aansturing van hetgeen allemaal moet gebeuren.

"Van alle digitaal hoogontwikkelde landen bungelt de Nederlandse overheid onderaan"

Een goed begin is het halve werk, maar nu komt het er op aan. Van alle digitaal hoogontwikkelde landen bungelt de Nederlandse overheid onderaan. Het beschikbaar hebben van e-services, het werken aan open data en data driven policy, interconnectiviteit, het ontwikkelen van een e-identiteit (via een app bijvoorbeeld), voor dat alles moet heel veel werk worden verricht. En voor het doorontwikkelen van bestaande voorzieningen is initieel geld nodig. Of het nou gaat om het Handelsregister, het digitale loket of Standard Business Reporting (SBR), het gaat niet vanzelf.
Dus voor allen in de overheid is er werk aan de winkel en noodzaak te investeren; de cost gaat voor de baet uit, zoals ook uit de ervaringen in andere landen blijkt. Want in veel landen wordt aanzienlijk sneller gereageerd op wat in het maatschappelijk verkeer normaal/digitaal wordt gedaan. In Nederland zijn er prachtige voorbeelden van hoe het kan: de digitale belastingaangifte (bij wet binnenkort aan de burger verplicht gesteld), de gedigitaliseerde gemeente Molenwaard en de wijze waarop het CBS aanhaakt bij de digitale mogelijkheden.
Waarom is de Nederlandse overheid achter geraakt? Een goede analyse is op zijn plaats en ik zie het in mijn tweede jaar als Digicommissaris als opdracht om alles op alles te zetten de barrières voor de noodzakelijke doorontwikkeling te slechten. Daar hoort zeker de overweging bij om, net zoals we de burger kunnen verplichten bijvoorbeeld digitaal de belastingaangifte te doen, ook een verplichting  op te leggen aan de overheid zelf om digitale communicatie mogelijk te maken voor wie dat wil. Soms is een wortel (een beter en goedkoper werkende overheid, die daadwerkelijk de bureaucratische last door digitalisering vermindert) niet voldoende en moet de stok worden gehanteerd.

Blog 130815