Spijt

In de krant staat het: ik heb spijt. Spijt van de wijze, waarop ik mede verantwoordelijkheid draag voor de ongelukkige procedure, die heeft geleid tot ruzie over de naamgeving van de nieuwe gemeente. En dat kan ik niet ontkennen. Het was echt onnodig geweest. We hebben met die naamgeving destijds een valse start gemaakt. Een bureau ingehuurd, dat namen ging bedenken en verzamelen en dat ons tenslotte een procedure heeft voorgesteld. En daarover is eindeloos gesteggeld en er moest zelfs nog een drievoudige raadscommissie aan te pas komen om een moeizaam compromis te bereiken.

Inderdaad heb ik spijt als haren op mijn hoofd (hoeveel zijn dat er eigenlijk) dat we vanaf het begin niet hebben gezegd: de grootste gemeente geeft de naam aan de nieuwe gemeente. Dat is de gebruikelijke gang van zaken in Nederland. De fusiegemeenten Den Bosch, Medemblik, Tilburg en noem maar op, en nu onlangs Alkmaar. De naam en het eigene van de dorpen en steden binnen de nieuwe gemeente verandert niet, nooit. De naam van de gemeente is vooral administratief, de naam van je dorp, je stad daar gaat het om. Waren we daar in het begin duidelijk over geweest en waren we niet begonnen aan fantasienamen, dan was een conflict over de naam vermeden.
Als je spijt hebt over een verkeerde aanpak, dan hoort daar ook bij: excuses. Die bied ik aan: een fusie is al gevoelig genoeg om het proces ook nog te belasten met dit soort gedoe. Aan de voorkant beter nadenken helpt om in het vervolg problemen te voorkomen. Een open deur en altijd weer waar. En nu verder. Een bijeenkomst van de drie Raden om weer vertrouwen te winnen en respect ten opzichte van elkaar uit te spreken. Ja, en dan is het woord aan de minister en het parlement. En uiteindelijk kan de nieuwe gemeenteraad zich nog een keer uitspreken. Dat is toch een mooi democratisch beginsel.