Lokale Democratie

Wie is de baas in de gemeente? Het antwoord op die vraag is “streetwise” nog steeds heel vaak: de burgemeester. En voor een deeltje is dat waar. In allerlei wetten is een eindverantwoordelijkheid voor de burgemeester vastgelegd. Als het antwoord het college van Burgemeester en Wethouders (afgekort dus B. en W.) is, dan is ook dat antwoord voor een deel waar. Voor een groot deel, want het college van B. en W. heeft in de laatste jaren steeds meer bevoegdheden gekregen. Maar ook het antwoord: de gemeenteraad is juist. Vooral in de gemeentewet zijn veel verantwoordelijkheden voor de Raad vastgelegd.

 

En toch………steeds hebben we het weer over dat laatste punt: waar gaat de Raad over? En hoe werkt dan het besluitvormingsproces op het lokale niveau. De griffiers (de ambtelijke ondersteuning van de gemeenteraad) van de gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners zijn bezig met een studie over dat onderwerp. Onze nieuwe gemeente treedt straks toe tot die groep gemeenten. Dus het is de moeite waard om die studie te volgen.

Ik zie twee centrale discussiepunten: de bestuurscultuur en de taakopvatting. Over die cultuur, dus hoe gaan we met elkaar om in de besluitvorming, is het opvallend dat de begrippen coalitie en oppositie steeds meer de verhoudingen beïnvloeden. De vorming van het college van B. en W. lijkt daarbij een cruciaal gegeven. Die kan positief of negatief een hele raadsperiode zijn doorwerking hebben. En daarnaast vindt de oppositie, dat er nooit naar hen wordt geluisterd en de coalitie heeft de overtuiging dat de anderen destructief zijn. Ook in Alphen aan den Rijn zie ik dat de beelden die men over en weer van elkaar heeft een vruchtbaar debat in de weg kunnen staan. Het helpt als het college bij elk raadsvoorstel keuzes voorlegt, allemaal acceptabel, maar wel met verschillende plussen en minnen. Dan kan een debat een meer open karakter krijgen.

 

De taakopvatting van de Raad is een tweede punt van aandacht. Helaas hebben we het te ingewikkeld gemaakt. De Raad gaat over het budget, de Raad controleert het college van B. en W. en de Raad is per definitie de volksvertegenwoordiging! De rest is invulling, ook de zogenaamde kaderstelling. Het gaat niet om kaders, het gaat om visie! Waar wil je heen, welke doelstellingen heb je? Kaders beperken, visie geeft richting. En om dat laatste gaat het bij de gemeenteraad. Als op dat punt goede keuzes worden voorgelegd aan de Raad door het college zijn we een heel end. En het maakt overeenstemming over de werkwijze en taakopvatting van de Raad makkelijker.