9 april 2013

Het is nu bijna twee jaar geleden. Op 9 april 2011, die zonnige zaterdag even na twaalven, sloeg het noodlot toe. In het winkelcentrum de Ridderhof in Alphen aan den Rijn was van het ene moment op de andere een ongedwongen winkelend publiek in een angstaanjagende dodelijke chaos gestort. Voor heel veel van de bezoekers en de ondernemers en medewerkers van de winkels zou het leven onherroepelijk en drastisch veranderen of kwam ter plekke tot een eind. Tot de dag van vandaag lijden veel van de betrokkenen, ook hulpverleners van de politie en de ambulances, aan de gevolgen. Daarom is er een informele bijeenkomst voor iedereen, die verbonden is met de 9e april. In de Bron, waar zovelen toen werden opgevangen.


Ik merk wel dat er onder de lotgenoten een groot aantal niet meedoet, vooral omdat ze gekozen hebben en dat ook konden, om naar de toekomst te kijken. Elke keer dat de herinnering voor hen aan het schietdrama levend wordt gehouden levert een terugslag. De verwerking is voor iedereen anders en dat wordt door de gemeente en de medewerkers in de Bron en de ondernemers van de Ridderhof als organisatoren van de bijeenkomst gerespecteerd. Want anderen trekken zich juist op in het contact met lotgenoten en voor hen geeft zo'n bijeenkomst steun. Het leggen van bloemen bij het monument zal ongetwijfeld veel emoties losmaken.
Wat mij erg raakt is dat er een tweedeling is ontstaan. Een aantal betrokkenen is ontevreden over de wijze, waarop met de schuldvraag is omgegaan. Deze gedupeerden vragen om een schadeloosstelling en zijn ontevreden over de nazorg. Dat deze gevoelens bij een deel van de lotgenoten heerst is niet iets, waaraan je schouderophalend voorbijgaat. De verantwoordelijke autoriteiten, weet ik, nemen dit serieus. Tegelijkertijd zijn er, die niet bij de acties van deze groep betrokken willen zijn. Dat geldt voor ondernemers en nabestaanden en slachtoffers (waaronder getuigen). Zij kiezen voor een andere weg van verwerking van het leed, dat hen is aangedaan.
Ik maak van mijn hart geen moordkuil: ik vind het vreselijk dat deze tweedeling is ontstaan. Want allen, die de gevolgen van het schietdrama ondervinden, hebben recht op aandacht en de noodzakelijke begeleiding. Hadden we deze opsplitsing kunnen voorkomen en hoe nu te handelen? Wat mij betreft is het in ieder geval geen prestigestrijd; daarvoor is het lot en het welzijn van alle betrokkenen mij te dierbaar.
Twee jaar geleden, op heel gewone zaterdag, gingen velen door een hel. Daar met zijn allen binnenkort bij stil te staan, ieder op zijn eigen wijze, is goed. Elkaar steunen op dat moeilijke moment. Het gemeentebestuur, winkeliers en medewerkers van de Bron doen daarvoor hun best.