Van Burgemeester naar Digicommissaris
Blog 290814
Van Burgemeester naar Digicommissaris
Op 1 september 1976, ik was toen 29, zei ik op mijn installatie als burgemeester van Schiermonnikoog: “Wanneer er een hartewens in vervulling gaat, wanneer je geroepen wordt het zozeer begeerde ambt van burgemeester te gaan vervullen, dan is het moeilijk nuchter en relativerend te blijven”. En zo heb ik daarna tal van taken in het openbaar bestuur mogen vervullen, 25 jaar in het burgemeestersvak, de rest in het bedrijfsleven. En steeds waren er uitdagingen, die een zekere euforie bij mij opriepen. Een voorrecht dus om zo aan de slag te mogen zijn. In 1976 waarschuwde ik voor drie, mijns inziens, gevaarlijke trends in de maatschappij en het openbaar bestuur.
De toenemende centralisatie, waarvan ik vond dat die in de kiem moest worden gesmoord. Ik haalde de Tocqueville aan met te zeggen dat één van de waarborgen voor de vrijheid is gelegen in de plaatselijke democratie. Een tweede tendens, die ik vermeldde was de polarisatie: funest voor het openbaar bestuur was toen mijn kwalificatie daarvan. Ik pleitte voor de weg van het compromis, van het volgen van een afwegingsproces. Fragmentatie was de derde lijn, die ik ontwaarde. De maatschappij dreigt uiteen te vallen in groepen, die uitsluitend één belang verdedigen, namelijk het hunne.
Nu ben ik sinds 1 augustus Digicommissaris; het kabinet heeft mij opgedragen om als Nationaal Commissaris Digitale Overheid een nationaal programma voor de digitale overheid op te stellen, die te actualiseren, en de regie te voeren over de uitvoering en de realisatie daarvan door alle overheden en uitvoeringsorganisaties. Het is moeilijk om daarbij nuchter en relativerend te blijven, want we bevinden ons in een snel veranderende maatschappij onder invloed van zich in razend tempo ontwikkelende digitale wereld. Het is mijn overtuiging dat de invloed op ons gedrag, op de verhoudingen in de maatschappij ( het adagium kennis is macht gaat ten onder, want kennis wordt gedeeld en is van iedereen) en op het openbaar bestuur nog stelselmatig wordt onderschat. Centralisatie, polarisatie en fragmentatie komen in en ander daglicht te staan. In mijn aanvaardingsrede als docent honorair aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen ga ik daar verder op in.
Na de eerste weken verwerk ik nu alle indrukken van de veelheid aan interessante mensen, die ik mocht ontmoeten, en de informatie en meningen, die mij zijn voorgelegd. Een paar zaken zijn ondertussen wel duidelijk geworden. Het is de eerstverantwoordelijke bewindslieden voor de digitale overheid in het kabinet menens met de doelstellingen in het regeeraccoord. De burger moet, als ie dat wil, digitaal met de overheid kunnen communiceren over alles wat er toe doet, en éénmalig je gegevens (als burger of bedrijf ) aanleveren volstaat. Daar wordt hard aan gewerkt, maar er is regie nodig, en ruimte om knopen door te hakken. Ik werk nu aan een plan van aanpak, maar het is duidelijk dat er een paar heldere uitgangspunten zijn. Daaraan wil ik vasthouden. Er moet tempo (!) gemaakt worden, we moeten ons richten op enkele prioriteiten, die raken aan de financiën en het sturingsvraagstuk (voor de burger is er één overheid) en bedenk elk moment de relevantie van goed werkende digitale overheid voor de bv Nederland. Eerst de basis op orde! ( en nuchter blijven en relativeren?)