Op weg naar de nieuwe gemeente
Fusies van gemeenten hebben sinds de tijd van Thorbecke altijd op de politieke agenda gestaan. Bijna zonder uitzondering zijn herindelingen gepaard gegaan met flinke emoties. Die opwinding heeft twee oorzaken. De ene vloeit vooral voort uit het machtspel van de politiek en het openbaar bestuur. Het gaat om het ter discussie stellen van posities en “zetels”. Bij herindelingen staan heel wat verworven invloedrijke taken en rollen in de vuurlinie. Niet alle burgemeesters, wethouders en raadsleden en managers kunnen blijven. En dus worden tegen herindelingen allerlei argumenten van stal gehaald, die kant noch wal raken en makkelijk terug te voeren naar de verdediging van bestaande machtsposities. Bij alle herindelingen blijkt dat de kwaliteit van de nieuwe gefuseerde gemeente mensenwerk is en dat de kwaliteit “dus” wordt bepaald door wat bestuurders en ambtenaren ervan maken. Het alternatief is gelukkig in een woord ook heel duidelijk namelijk samenwerking van gemeenten. Het is immers duidelijk dat bij de toenemende ingewikkeldheid van de maatschappij en de verdergaande taakverzwaring van gemeenten een zekere schaal nodig is om te doen wat nodig is.